De meester van de zesde klas schreef kinderbijbels. Voor lesgeven had hij geen tijd, zo verkwanselde hij onze kansen. Wanneer iets niet liep overeenkomstig zijn bevelen, ontplofte hij in briesende drift, dan gooide hij met scharen door de klas en sloeg meisjes in elkaar.
Wat moet het heerlijk zijn,
fundamentalist,
te leven in jouw wereld,
jouw vaste,
strak omlijnde
strak omlijnde
werkelijkheid.
Jawel: werkelijkheid,
Jawel: werkelijkheid,
want zoals het in jouw wereld is,
zo is het ook.
Nooit te hoeven twijfelen,
Nooit te hoeven twijfelen,
jezelf nooit te hoeven
afvragen
afvragen
of het ook anders zou kunnen zijn.
Nooit een geloof te hoeven
inleveren,
inleveren,
nooit je waarheid,
de waarheid
te hoeven verliezen.
de waarheid
te hoeven verliezen.
Nooit opnieuw te hoeven
beginnen.
Als je altijd alles wat slecht is,
beginnen.
Als je altijd alles wat slecht is,
kunt verbinden met de
tweede en derde persoon
meer- en enkelvoud
en wat goed is
zonder bedenkingen
aan de eerste persoon
enkelvoudig
enkelvoudig
is voorbehouden.
Wat moet dat heerlijk zijn.
Wat moet dat heerlijk zijn.