Leuk als meer mensen deze blog lezen

DEEL deze BLOG a.u.b. op FACEBOOK of TWITTER.
Bedankt voor het lezen (en delen).

zaterdag

De loonslaaf

Antwerpse Straatweg, Bergen op Zoom, 2012
Hij fietst, weer niet warm en niet koud, het is kil.
Zoals hij fietst, niet turbo, niet traag;
langs een stoep, langs huizen, een haag,
Zijn werkgever wacht, geen verschil of Kees wil.

Verkeerslichten, kruising, hij wacht even, voelt
niet voor het eerst, nu wel heel bewust:
zijn lijf is er klaar voor uitgerust.
Zijn geest daarentegen wroet naar een doel.

Opstaan, krantje, daarna sneller,
werkweekritme, jachten, stress,
plichtprocessie, looncadans.

Kees, hij trapt, ziet op zijn teller
voor vandaag zijn eerste les:
voortgang geeft geen stimulans.

maandag

(On)gelijk

Druipsteengrot bij Alanya, Turkije, 20 juli 2012
Psalm van Jan
die in zijn ongelijk
zijn gelijk ontwaart
- voor de ongelovigen.
----------------------------------------------------
Soms blijf ik stomverwonderd staan,
mond half open, adem zacht.
Ik ben vandaag en ook vannacht
erin gebleven, dus niet uit de pijp gegaan.

Was ik maar 's wel gestorven en dat, gek genoeg,
ik dan ook maar wat te dubben stond
over hoe, wie, wat, verdomd! hoe kon't
dat ik (nu ik dood was) altijd nog hetzelfde vroeg?

Dat zou dan mooi betekenen
dat ik gelijk gekregen had
dat waar alles om begon

niet is te berekenen
dat het per se niet zo zat
dat ik het weten kon.

zondag

Banaal collegiaal

Schoolgebouw. Twee units. Vast en nood. De schoolleiding is het oneens met koffie drinken op twee locaties. Dat moet centraal. Anders ontstaat er 'kliekjesvorming'. Toen het te druk werd in de personeelskamer en er geen zitplaatsen meer waren, opperde ik om dan maar op de wc te gaan zitten. Een collega zei gevat dat kliekjesvorming ook daar niet gewenst was. Over die situatie schreef ik het volgende lied:

Niet allen staan mij in gelijke mate aan.
't Is niet dat ik ze allemaal verfoei;
van sommigen raken mijn darmen in de knoei.
Dan moet ik eventjes gaan staan.

Deze aandrang aldus uitgevoerd,
strek ik mijn benen in het pad
achter een stoel die ik zojuist bezat
en is van wie d'rop heeft geloerd.

Omdat ik weer wil zitten op een stoel,
doch al die dingen thans bezet zie,
begeef ik mij naar het toilet

alwaar ik mij op het closet zet.
Elke arm leunt op een knie.
Ik krijg een specifiek gevoel.

Epiloog
Gisterenavond was ik met een clubje geestverwanten
in een kroeg een van de allerlaatste klanten.
Vrienden, sfeer, gepraat, gelach, muziekje;
nu weer alleen, vorm ik altijd nog een kliekje.