Het was in een allergewoonste doorzonkamer waar hij ontdekte dat hij een zweetvoet had, te weten zijn linker. Kletsnat had hij druipers nagelaten op het foezelige leer van de laars die hij paste, gezeten op de felrode driezitsbank. De verkoper, een meer dan twee meter lange man, ontving aan huis en verkocht behalve schoeisel heel bijzondere zitkussens, die net zo lang rolden tot je erop zat zoals het hoorde.
De laars was een pasmodel, wat maakte dat Iwan in eerste instantie niet geloven wilde dat het natte spoor van hem was. Helaas voor hem schraapte de verkoper er van onder tot boven langsheen met een stevige, lange duimnagel, waardoor duidelijk waarneembaar werd hoe vers het vocht was.
En dan pas zag hij dat zijn sok kletsnat was, net of het empirische voorwaardelijk bestond, dat je iets pas zien kon binnen een voorgegeven kader.