 |
| Het lieflijke Illerdal, verwordt periodiek tot kolkende blubberbrei. |
Sepp en Elphi waren hartelijke Beierse boeren. We logeerden er een paar keer en het was op een van die keren dat Elphi vertelde van de overstromingen van de Iller, waarlangs hun boerderij was gelegen, zij het wat hoger tegen de glooiing zodat hun huis droog bleef.
'Maar - ach Kerl - hier op de weilanden is het verschrikkelijk. Blubber, klei, planken, bomen, takken, bladeren, riet, tempex, plastic, rubberbanden.'
Ze waren er vele dagen mee in de weer om alles op te ruimen.
'Als ons de moed soms in de gummilaarzen zakt, stappen we op de fiets en maken we een ritje door de omgeving. Daar, verderop, in de bocht, is het veel erger. Er blijft veel rommel achter. En de boerderij daar en daar, kennen jullie die? Ach Kerl! Verschrikkelijk! Die loopt regelmatig half onder.'
Wij konden ons het lieflijke riviertje niet voorstellen als kolkend monster.
'Als we de ellende bij anderen zien, beseffen we dat we eigenlijk nog niets te klagen hebben', besloot Elphi haar verhaal.
Ik vond het een beetje raar. Ellende is toch ellende? En dan die tactiek om er beter tegen te kunnen als je ziet dat een ander het slechter heeft.
Vanmiddag, zeker tien jaar later, laat ik mij langzaam in een heet schuimbad zakken. Daar lig ik dan, leesboek binnen handbereik, net lekker gegeten, buikje rond. Dan komen beelden mij verontrusten, beelden uit een documentaire (gisteren op tv) over kinderen in Nigeria die worden verstoten, getreiterd, opgesloten, misbruikt, mishandeld en gedood omdat ze voor heksen worden aangezien. Nou kun je je afvragen wat er de zin van is dat ik -
Jan Gewone Man te Bergen op Zoom - die realiteit te zien krijg, maar goed, ook dichtbij zijn "ondergelopen boerderijen" te vinden. Neem daklozen in onhollands koude winters. Aan dergelijke ellende moet ik denken terwijl ik van mijn bad wil genieten en het verhaal van Elphi schiet mij te binnen. Maar ja, bij mij is er niets ondergelopen dan mijn lijf in het volgelopen ligbad.
Ik neem mij voor om in het vervolg zorgvuldiger te selecteren naar welke programma's ik kijk. Iets veranderen aan de toestand in de wereld kan ik sowieso niet. De Israëli's en de Palestijnen, ze komen er nooit uit. Of ik daar iets of niets van weet, wat doet het eraan toe of af? Tsunami's, tropische stormen en aardbevingen in allerlei uithoeken van de wereld, ze gebeuren, of ik het nou weet of niet. Er is nog geen fundamentalist gematigder geworden doordat ik mij zorgen maak over zijn fanatisme. Geen boom is er minder gekapt nadat de zoveelste kommer-en-kwel-documentaire mij verontrustte. Liberalen zijn halsstarriger dan ooit van mening dat mensen hun kansen moeten pakken in het leven, ook al vraag ik mij voor de buis af waarom ze dan zo tegen economische vluchtelingen zijn. De ongelijke verdeling van de goederen der aarde wordt in het geheel niet gelijker doordat ik het onrechtvaardig vind. Journalisten en verslaggevers bestoken mij met hun verhalen uit duizend-en-een nachtmerries, en het enige waaraan ze per saldo een bijdrage leveren, is mijn depressie.
In mijn omgeving ken ik mensen in rottige omstandigheden. Het zien van
die rottigheid wordt niet becommentarieerd met gezwollen retoriek. Dat is ook helemaal niet nodig. Ik zou zomaar op de fiets kunnen springen om te zien wat er is. En het leuke is: het is binnen handbereik; daar kan ik wel iets aan veranderen, nu en hier.
(Voor wat geinige suggesties kun je via het reactie-tekstvak hieronder contact met me opnemen.)
Het badwater koelt af, ik vul heet water bij en pak mijn boek:
Stephen King, 11.22.63. The day that changed the world. What if you could change it back?