Leuk als meer mensen deze blog lezen

DEEL deze BLOG a.u.b. op FACEBOOK of TWITTER.
Bedankt voor het lezen (en delen).

zaterdag

Gemeenschap van ikkelingen



De exotische vogel
beëindigde zijn vlucht
pal voor mijn raam.
Ik zag het gevaar van katten,
deed open en stopte hem
in een speciaal voor hem
ontworpen kooi,
want naar een asiel brengen
wilde ik hem niet.

Daar zat hij dan eenzaam; ik zag
een schreeuw om hereniging
met soortgenoten.
Nu krijsen ze gedrieën wanneer
ik telefoneer
en produceren ze
dikke lagen stof.

Niemand heeft ooit beweerd
dat mijn huis ongerept zou blijven
of dat het verblijf van de nieuwelingen
een vluchtig karakter zou krijgen.
- - -

Een vluchteling van een boot heet een drenkeling.
Een vluchteling op een boot een verstekeling.
Een vluchteling per boot een bootvluchteling.

Ik zoek nog een term voor
een eertijds zeevarend volk
op drift,
vluchtend voor medemenselijkheid.

vrijdag

Aforismen (2)












Iemand vertellen wat ze mankeert, is verre van troostvol.
Iemand die verneemt wat ze mankeert, wil dat niet altijd ook weten.
Iemand vertellen wat ze mankeert, is de plicht van sommigen.
Iemand te troosten is niemand verplicht.
Iedereen heeft soms behoefte aan troost.

- - -

De Rede geeft je redenen die
je confronteren met redenen
van anderen.
Sommigen blokkeren ervan,
anderen groeien eraan.

woensdag

Managementteam


‘Op mijn werk is er een groepje mensen’, vertelde Dinant, ‘dat zichzelf  managementteam noemt. Ik persoonlijk heb een positiever beeld van hen dan zij van zichzelf . Want managers, dat weet intussen iedereen, zijn obstructieve krachten.’ ‘Wil jij dan beweren’, vroeg ik, ‘dat er op jouw werk geen managers in het managementteam zitten?’ ‘Dat zeg ik niet’, antwoordde  Dinant, ‘ik zeg alleen  dat zogenaamde managers zichzelf beter bedrijfsleider kunnen noemen, want dan weet je tenminste wat ze doen en daarin erken ik ze ook: ze geven leiding aan het proces dat wij als collega’s samen vorm geven’.

Nu wil het geval dat ik wist dat Dinant een autoriteitsprobleem had. Ik kende hem niet zo goed dat ik ook wist hoe hij dat had opgelopen. Zou het in hemzelf zitten? Was hij een type dat in de baarmoeder al in de knoop zat met de navelstreng omdat die hem vasthield en hij nu eenmaal zo in mekaar stak dat hij niets slikte voor zoete moederkoek? En bevroedde hij dat geboorte verlossing betekent en talmde hij desondanks zo lang als hij kon, enkel omdat het moest? Nam hij instinctief de bokshouding aan toen de verloskundige hem op zijn billetjes tikte en zette hij zich af om weg te komen van de zachte, warme moederborst? Temde hij als peuter de dominante gezinspitbull en zocht hij ruzie met zijn vader, nog voordat Freud dit leeftijdsadequaat zou hebben gevonden? Sloeg hij op de Mavo een leraar op zijn varkensneus (ja, dat vond ie) en kreeg hij bij zijn eerste vier bazen op staande voet ontslag?

Zou kunnen natuurlijk en – laten we even aannemen dat het zo is – dan issie toch aardig bijgedraaid na al die jaren: hij kwaakt nu de zinledige onzin waar mensen het journaal voor bekijken; ondertussen is het klip en klaar dat hij een broertje dood heeft aan managers, of ze zich nu leidinggevende noemen, of verantwoordelijke, of baas, of directeur, of minister-president. Misschien is het management wel iets voor hem. Bij de vakbond in dit geval.

dinsdag

Puberteit


Jouw puberteit,
daar schuiven ze het op.
Lekker makkelijk.

Ze zitten er samen met jou
in tot over hun oren,
omdat het over laten gaat:
laten doen,
laten groeien en
fouten laten maken.



Zolang jij er niet aan toe bent,
zul jij je niet laten helpen,
laten voeden en
klooi je liefst wat aan.

Ze zitten in
de puberteit daar
waar ze niet van elkaar
willen of kunnen zeggen:
‘laat ze maar’.

Ik ben er nog


Mensen staan op de kade,
roepend: ‘kijk uit, je verdrinkt’
en je hoort het ze zeggen
onder elkaar.

Je zwemt en je spartelt
en je denkt ja maar kijk,
ik blijf toch nog drijven
ik ben nog niet weg.

De diepte blijft trekken,
je zou willen schreeuwen:
‘Zie mij dan toch,
zie dat ik mens ben,
zie dat ik ben.
Geef mij niet op,
hecht aan wat bleef en
laat mij niet los.

Altijd was ik de
ik die ik ben en
ik ben er nog,
ik ben er,
ik ben,
ik …

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Dementie is een durende
langzame ervaring
van verlies.

Nooit te verwerken
want nooit van gisteren.

Als telkens kopje ondergaan
dat overgaat in af en toe
nog boven komen.

Jaren neemt hij in beslag
deze geestelijke verdrinkingsdood.

maandag

Stap voor stap de wereld verliezen



“Er is steeds minder dat ik kan. Zolang alles z’n normale gangetje gaat, lukt het allemaal wel, maar als er ineens iets tussenkomt, dan raak ik het kwijt.” Een moeder van 82 praat met haar zoon van 50.

Hoe wij dit weekeinde spraken, zij en ik, herinnerde mij aan een liedje dat ik jaren geleden schreef over een man die ik kende. Al toen hij nog in de vijftig en voor zijn werk dagelijks onderweg was, leed hij aan alzheimer. Uiteindelijk wiste de ziekte hem uit, zoals een gum dat met potloodstrepen doet.


Wereld verdwijnt 

(1)
Was het nou linksaf of rechtsaf? (hè?)
Hier was toch vroeger een spoor?
En dat is toch eigenlijk ook maf:
Die weg ging hier toch rechtdoor?

(2)
‘k Zal Marjolein maar eens bellen (ze zegt:)
nee joh, je bent niet in Goor.
Je zou vandaag toch naar Belfelt?
Je weet wel, dat boekhoudkantoor. 

(refrein)
De wereld die steeds minder zo is
als het model in zijn kop;
het lijkt of ie soms wat vervreemd is (zeg?)
waarom belde ik eigenlijk op?

(3)
Kijk daar zit Wim nou te werken,
punt van zijn tong uit zijn mond.
Als hij zijn kleurplaat straks klaar heeft,
stapt hij er trots mee in trond.

(4)
Dan wil hij van iedereen weten:
‘Vind je mijn tekening mooi?’
Dat is ie ook zo weer vergeten
vraagt nog eens: ‘Vind je hem mooi?’

(refrein)
De wereld die nu echt vervreemd is,
ergens is het gestopt.
Hij weet niet eens dat hij ontheemd is;
op den duur hield gewoon alles op.

Occupy

Prachtig decor voor een droom over echte democratie: een geldtempel. Brussel, 15 okt. 2011
De reden dat ik een facebook account nam, was dat ik de vorderingen wilde volgen van de Indignados (= ‘verontwaardigden’, de M-15 beweging) die maandenlang vanuit Spanje naar Brussel kwamen lopen om aandacht te vragen voor de noodzaak van bezinning op- en breed volksberaad over de manier waarop onze ‘democratie’ (eigenlijk oligarchie) functioneert. Aandacht die deze helden in de officiële vaderlandse media kregen: nulkommanix. In Nederland was er sowieso weinig navolging en toen die er eindelijk kwam, was dat via de Verenigde Staten van Amerika als Occupybeweging.

De Indignados wilden op 15 oktober 2011 een mars door Brussel houden. Overal ter wereld werden in steden ook marsen georganiseerd. Toen was er wel aandacht in de Nederlandse media, overigens niet voor de zesduizendvijfhonderd demonstranten in Brussel en wel buitenproportioneel veel voor de enige plek ter wereld van de duizend waar het uit de hand liep: Rome. Onnodig te benadrukken dat de inhoud, dat waar het eigenlijk om ging, amper aan bod kwam.

In de periode van bezetting van pleinen in Nederlandse steden, die volgde, was er af en toe iets over in het nieuws, in de meeste gevallen om het belachelijk te maken.

Ik ben niet van plan in deze blog vaak en veel te citeren, maar het volgende fragment uit een interview is te belangrijk: Interviewster Laura van Baars:’Zeg nou eerlijk, wat hebben zwervers in tenten nou bijgedragen aan bewustwording?’ Ronald Jan Heijn: ‘Ik vind het schrijnend dat de kritiek op Occupy zich toespitst op zwervers die de tentenkampen bevolkten. We schelden op hen, terwijl zij wel de afvallers zijn die ons systeem gecreëerd heeft. Het zijn mensen, vaak heel gevoelige, die tussen wal en schip gevallen zijn en pech hebben gehad. Als we willen bewijzen wat er mis is aan ons systeem, waren zij juist de perfecte bewoners van het kamp.’ (Trouw, maandag 2 april, 2012)

Zie ook mijn blog:
http://afzwevig.blogspot.com/2012/03/notitie-vooraf-ik-ken-mensen-voor-wie.html
Klik op de foto en lees waar het om gaat