Leuk als meer mensen deze blog lezen

DEEL deze BLOG a.u.b. op FACEBOOK of TWITTER.
Bedankt voor het lezen (en delen).

dinsdag

Borrels

U kent dat misschien wel, zo'n bladstil slootje waarvan je weet dat de bodem uit stinkende blubber bestaat. Het water is helder, daar niet van. Er ligt troep in, misschien afkomstig van spelende kinderen. Hier en daar drijft een kringetje glimmende, blauwe pek. Er stijgen borrels op vanuit de zwarte laag die je daarergens onderin vermoedt. Welnu, zoals die sloot borrels bulkt, zo komen in mij soms losse regels of korte alinea's tekst boven. Ze horen in geen verhaal, ze komen niet tot wasdom in een gedicht. Mijn bewustzijn boert ze op en daar blijft het bij. Als ik tijd heb en aandachtig ben, schrijf ik ze op. Hieronder deel ik er een paar met u.

4 augustus 2009
Slenteren door een stad die je al kent, zitten op een bank en kouten over niets.
'Nee!, Oh nee', reageerde hij: 'Ik wil zóveel meer dan er alleen maar zijn'.

10 november 2009
Ik had voor de spiegel, boven in de badkamer, een mooie gedachte. Snel rende ik naar beneden om hem te noteren, maar hij was me al ontschoten. Hij was 'geëxformeerd' om het zo maar eens te zeggen, vervluchtigd karma.

19 december 2009
'Fragiel', zeg ik.
Zij zegt: 'wortels'.
'Ontworteld toch?' vraag ik
en zij zegt: 'ja'.

2 februari 2009
Zolang hij maar niet bezig is zichzelf te zijn
door zijn lompe hoofd steeds te vertonen.

zondag

Daarginds op de Kraaijenberg



Bergen op Zoom, zicht vanaf de Kraaijenberg richting Markiezaatsmeer

Vanmorgen vingen wij een veldmuis.
Vast zat hij, in een veldmuisvriendelijke val.
Onze katten, een volgevreten mevrouw en haar vadsige vriend,
vinden zichzelf voor vangen te verheven;
vegeteren vol overgave tevreden
op voorverpakt vlees en vis uit een blik.

Kijk dan, daar zit nou dat muisje klem achter glas.
Na maanden van hinder zit hij hier vast;
at plastic, van de Nesquickbus en randen
van de prullenbak, of verpakkingen met tanden
te monsterlijk voor zo’n paar centimeter muis,
maar ja, hij sloopte milli voor millimeter ons huis.

Ach, het beestje, met zijn koddige, hoekige oortjes…
We wilden geen keukenkastzoogdierenmoordje
met uitdrogend gif of zo’n slagknijperklem.
Nee, we wilden het smooth, goed voor ons, zacht voor hem.
Dus miezemuisje, wees niet te bang, het is niet erg,
we laten je zo gaan, daarginds op de Kraaijenberg.

Notenkrakersuite

Kauw, boom voor ons huis

Drie eksters zitten in de notenboom.
Ik kijk ernaar en zie
een vierde ekster door mijn blikveld vliegen.
Als ik mijn zin getypt heb
en weer kijk, is er nog eentje over,
of nee, toch twee, nee drie weer nu.

Walnoot hebben ze gegeten,
gevallen en door ons geraapt
en nu heeft Helma ze kapot getrapt.
Het vriest, dan gaan we altijd vogels voeren
vanachter het glas genieten we
van het spektakel in de tuin.