Twee, één
Daar, hier
Eind, begin
Overal, nergens
Eeuwig, nog nooit
Neergang, eruptie
Daadkracht, belofte
Verlangen, orgasme
Usance, één chance
Al alles, nog niets
Oceanisch verdonkerd,
bespat firmament
duistere diepte
explosie van licht
Turbulentie trechtermond
Rust omstrengelt razernij
Zesenveertig is ontelbaar
Prehistorie ongezien
Ongedachten, onervaren
Toen niets nog gezien,
gehoord, getast,
geproefd, geroken
worden kon
Net als nu
kon niemand het weten
Ze was al compleet
Geheel om te worden
Na kakofonie
van tetterend vierende wellust
van graaiende wil tot ontleven
de monotonie nu
in dof dempend vlees
op aarde
in moeder
haar rood pompend hart