Ik heb jenever gedronken
en zware shag zitten roken.
Melancholie, duister verzonken,
de verstraler boven mij had ik ontstoken.
In mijn donkere tuin
verwaaide de wind
schimmen van zomer
zonder dat de notenboom
het helpen kon.
De vijver lag stil
(alle vis is gevlogen als maal van een reiger).
Ik wist wel: ik was licht beschonken,
in het ruisende lovert klonk karaoke,
in mijn hoofd - op de maat van het bonken -
telkens het PETS!
van toen onze droom
als een zeepbel
naar niets werd gestoken.
Ik neurie dit treurlied terwijl ik
leverworst met currysaus eet.
Ik ga zo maar slapen,
durf ik gerust:
ik droom toch alleen
maar als ik wakker ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom. Corresponderen over de inhoud van de berichten op deze blog doe ik niet.