Ze vatte het plan op om de stekelbaarsjes een beetje te laten
schrikken. Dan zouden ze wegzwemmen en dan zagen we ze tenminste. Ze ploeterde
wat met het stokje met plastic eraan in de sloot en er zwom inderdaad een
redelijk groot visje door het midden van de sloot helemaal weg over een meter
of vijf afstand. Hahaha, ik moet er nog om lachen, het was echt geweldig. We
waren niet zomaar een beetje de tijd aan het verdrijven, oh nee. We speelden en spelen is tijdloos. Ze rende
op een gegeven moment weg en langs de andere kant van de sloot kwam ze terug.
Terwijl ze naderde zei ze:
‘Ik heet trouwens Aimy’, dus zei ik: ‘Ik ben Andreas’. Dat was heel
magisch, een soort van formule waarmee we onze prille vriendschap bevestigden. Ze
stond te balanceren op de veel steilere overkant, maar haar stokje was te kort
om ermee bij het water, laat staan bij de visjes te kunnen komen. Ik heb nog
niet verteld dat het die dag ideaal weer was. Af en toe een wit wolkje voor de
zon, zacht briesje. Ze zei dat ze eigenlijk een lange stok moest hebben, dan
kon ze zó daar in de hoek porren en dan zouden ze die kant op zwemmen, dacht ze.
Zij en haar vriendjes hadden verderop een hut, daar lagen veel stokken. Ze kwam
met een heel verhaal over een zwerver, dachten ze, maar die was van de
scouting, want die deden een vossenjacht. Ze ging even een stok halen, de hare
liet ze hier. Hup, weg rende ze en het was weer stil langs de sloot.
Daar zat
ik dan. Ik was versuft, kon eigenlijk alleen maar een beetje dwaas glimlachen. En
toen kwam de gedachte: misschien is ze wel een engel. Ja, u kunt aan de manier
waarop ik het zeg, merken dat ik daar tot op dit moment schamper over doe. Maar
toch, mevrouw, maar toch… Het duurde een tijdje. Ik zag haar stokje met het
stukje plastic eraan liggen en mijn gevoel dat er vanuit het niets een engel
aan mij was verschenen die even plotseling weer was weggebeamd, werd sterker. Maar
ze kwam terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom. Corresponderen over de inhoud van de berichten op deze blog doe ik niet.