![]() |
| Neusse woudreus, 20 oktober 2012 |
Ingewikkelder wordt het met: een loofboom heeft wortels, een stam, takken en bladeren. Alsof een boom 'iets hebben' kan. Alsof er zoiets is als een boom zonder stam. Men zegt 'ontwortelde boom' tegen een boom die omgevallen is, maar minstens een deel van zijn wortels nog 'heeft'. Is een boomstam nog een boom? Of moet ie zijn takken of zijn wortels nog 'hebben' om in aanmerking te komen voor de naam 'boom'? Een loofboom in de winter noemen we zéker een boom. 'De bomen zijn kaal' zeggen we dan.
Het raadselachtige van de bezitsrelatie tussen subject en object verdiept zich nog wanneer ik nadenk over mijn lichaam. Mijn lichaam? Duidt een bezittelijk voornaamwoord voor het zelfstandig naamwoord 'lichaam' erop dat ik niet mijn lichaam ben? Hoe kan ik een lichaam hebben als ik niet iets anders ben? Als ik op de fiets tegen wind of helling in of op stamp, voel ik mijn benen en ik denk: misschien voel ik mijn benen niet, misschien ben ik ze. Ik voel als benen de zwaarte van het trappen. Zo had ik gisteren geen pijn in mijn rug en rechterschouder, ik leed pijn als rug en schouder. (Hmm, toch klopt hier ook iets niet mee.)
Als ik zo eens teruglees, denk ik: wat een moeilijke gedachten: heb ik dat nou?

Je rug en je schouder hadden pijn, jij niet dus. Voortaan niet meer zeuren dus! :-)
BeantwoordenVerwijderen