| Rome, Kapitool, 30 september 2010 |
Heil wie naar mij luistert.
Ik zing mijn eigen lof,
de lof van de herhaling.
Steeds draag ik een andere jas
en een plastisch aangepast grimas.
(Tronies trek ik aan en leg ik af.)
Overal zie je mij zwaaien
op de balkonnen van de macht.
De mensen,
zij geloven wat ik zeg;
in kerkelijk Latijn
of in het Bankee-Engels.
Vanonder de hoed eens kardinaals,
beknepen uit bestropte strot van managers,
als doempreek van de dominee,
crisisprofetie van economen:
de oude en de nieuwe clerus.
Op de jaarmarkt het jolijt
van rariteitenkabinet,
op televisie entertainment:
men houdt de afgeleide
aandacht vast.
En ik ben de herhaling,
ik heb het reuze naar mijn zin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom. Corresponderen over de inhoud van de berichten op deze blog doe ik niet.